In de media krijgen we nu en dan onheilspellende berichten te horen over pensioenen die onbetaalbaar zullen worden. In het slechtste geval wordt zelfs gevreesd dat jongere generaties nooit een pensioen zullen ontvangen. De vergrijzing is inderdaad een feit, het wordt moeilijker voor de werkende bevolking almaar om alle pensioenen op te vangen.
Gelukkig bestaat er altijd wel een uitweg. Ben je nog maar net beginnen te werken of tel je stilaan af naar je pensioen, voor elke leeftijd (van 18 tot 64 jaar) is pensioensparen een aanrader. Mogelijke valkuilen, verschillende spaarformules of voor- en nadelen van pensioensparen: je leest het hier op Goedkoop.be. De toekomst kunnen we niet voorspellen, maar je kan zelf wel de nodige voorzorgen nemen.
Hoe wordt je pensioen opgebouwd?
Elk pensioen bestaat uit drie pijlers. De eerste pijler is het wettelijk pensioen, dit is wat je krijgt van de overheid. Uiteraard ligt dat bedrag een stuk lager dan je laatste loon.
Een tweede pijler is het aanvullend pensioen dat je via je werk opbouwt. Dat pensioenplan is een bedrag dat je werkgever elke maand opzij legt of je draagt zelf bij door een stukje achtergehouden loon.
De derde pijler ten slotte is het pensioensparen, dat een zuivere privé-aangelegenheid is. Je beslist zelf wat en hoe, maar het blijkt een interessant appeltje voor de dorst te zijn. Zeker omdat we geen glazen bol hebben waarin we zien wat er nog van dat wettelijke pensioen zal overblijven binnen x aantal jaren. Wat zijn de voordelen, zijn er ook nadelen aan verbonden? Je leest het hier!
Voor- en nadelen van pensioensparen
Laten we even met de nadelen beginnen, kunnen we dat nadien doorspoelen met wat positiever nieuws. Pensioensparen is een vorm van langetermijnsparen, het betekent dat je geld voor een hele tijd vaststaat. Komen er onverwachtse kosten, dan kun je dit geld in principe niet aanspreken (zie ook kader).
Op het moment dat je het pensioenspaargeld afhaalt – dat kan vanaf je zestigste verjaardag, als je met pensioen bent -, betaal je 10% belastingen. Dat lijkt misschien een reden om er niet mee door te gaan, maar het is in feite een uiterst voordelig belastingtarief.
Of toch?
Wil je het pensioenspaargeld eerder afhalen (voor je zestigste en/of voor je pensioen), dan geldt een ander belastingtarief, namelijk 33%. Je respecteert dus best de regels van het pensioensparen en laat het geld staan tot na je zestigste en tot je met pensioen (ook brugpensioen of vroegtijdig ontslag) bent.
Tijd voor de voordelen dan maar! Aangezien het wettelijk pensioen een heel stuk minder is dan je laatste loon, zal dat spaarpotje meer dan welkom zijn. Niemand wil immers inboeten aan comfort of zich naar een lagere levensstandaard schikken.
Pensioensparen is bovendien fiscaal voordelig. Terwijl je spaart geniet je jaarlijks een interessant fiscaal voordeel. De fiscus geeft je een belastingkorting op je volgende aanslagbiljet. Voor 2016 komt dat neer op 30% van elke storting (daarbij komen nog de gemeenteopcentiemen, waardoor het voordeel tot 40% kan gaan, afhankelijk van situatie tot situatie). Voor alle duidelijkheid, die 30% krijg je gewoon terug in de vorm van korting op je belastingen. Let wel, er staat een maximum op wat je fiscaal voordelig kunt sparen, dit jaar komt dat op €940.
We gebruiken je gegevens alleen om je onze nieuwsberichten te sturen. Meer info lees je in onze Privacy & Cookie Policy.
Pensioensparen: de verschillende opties
Gouden tip van Goedkoop.be
Het betreft hier je zuurverdiende centjes, ga dus niet zomaar over één nacht ijs. Internet ligt aan je voeten, gebruik dit gigantische medium om pensioenspaarverzekeringen en –fondsen met elkaar te vergelijken.
Nagenoeg elke bank en verzekeringsmaatschappij biedt spaarformules aan. Vergelijk ze en beslis pas daarna welke het best bij jou past. Succes!
Voor het zuivere pensioensparen kun je kiezen uit een pensioenspaarverzekering enerzijds en een pensioenspaarfonds anderzijds. Het zit hem vooral in de risico’s die je al dan niet wilt nemen.
Met een pensioenspaarverzekering neem je geen risico’s, je krijgt een minimumrendement met daarbij eventueel een winstdeelname. Het gespaarde kapitaal blijft dus gegarandeerd. De medaille heeft ook een keerzijde. Doordat het om een risicoloze spaarformule gaat, zal het uiteindelijke rendement lager liggen dan bij een pensioenspaarfonds.
Zo’n pensioenspaarfonds investeert in aandelen en/of obligaties en houdt dus wat meer risico in. Je bepaalt zelf nog hoeveel risico je neemt, want er zijn drie soorten fondsen. De meest risicovolle, die ook voor het hoogste rendement zorgen, zetten vooral in op aandelen en minder op obligaties. Aan de andere kant van het spectrum staan de defensieve fondsen, die net het omgekeerde doen. Het perfecte compromis tussen beide is het neutraal fonds.
Ben je nog jong, hou er dan rekening mee dat het sparen gespreid is over zeer veel jaren. Een pensioenspaarfonds lijkt een risico, maar over de jaren heen blijkt het de meest renderende formule. Het gaat wel eens slecht, maar de aandelen en obligaties doen het op een ander moment dan weer zeer goed. Neem je het gemiddelde van al die jaren, dan bekom je toch een meer dan positief resultaat.
Voor wie pas later begint te passeren, bijvoorbeeld na zijn 45e, is een pensioenspaarverzekering de aan te raden formule.
Bronnen: Jobat.be, Test-Aankoop en Netto.be