Pasta, pizza & de Azzurri: voorbereiding op Italië!

Het EK voetbal gaat weer van start, een geweldige gebeurtenis voor alle Belgen. Op 13 juni speelt België tegen Italië in Lyon. Iedereen heeft een beeld van het mooie, warme Italië, maar wat typeert het land nu echt? We zoeken niet uit hoe we deze sterke tegenstander het best verslaan, maar zoomen in op hun cultuur, bijzondere gebruiken en niet te vergeten, hun keuken. 

Italië in zes tradities

1. Familie boven alles
Italianen zijn echte familiemensen, hun bloedband is duidelijk heel sterk. Het motto ‘familie boven alles’ geldt in dit Mediterraans land zeker. Ze houden ervan om veel tijd met hun familie door te brengen en samen uitgebreid te dineren.

Merkwaardig is dat de meeste mannen tot hun 30ste thuis blijven wonen en niet gaan samenwonen met hun wederhelft. Ze hebben dan ook geen reden om thuis weg te gaan, want niemand houdt zo veel van hen als La Mamma. Zelfs getrouwde mannen gaan meestal nog elke middag thuis lunchen.

De oma’s en opa’s wonen soms zelfs in bij de familie. Dit komt eerder voor op het platteland dan in de stad. De grootouders passen op de kinderen als de ouders aan het werken zijn.

2. De mythe van de Trevifontein
De Trevifontein in Rome is een erg bekende bezienswaardigheid, waar een leuke mythe bijhoort. De mythe vertelt dat wie een muntje in de fontein werpt over de schouders, nog eens zal terugkeren naar Rome. Wie twee muntjes in de fontein gooit, zal in Rome liefde vinden en wie er drie gooit zal met een Romein trouwen.

3. Baby’s in Italië
Als een Italiaanse vrouw bevalt, is het de gewoonte dat ze vier dagen in het ziekenhuis moet verblijven. Tijdens deze vier dagen zal de vader in spe de kinderkamer inrichten, zodat de aanstaande moeder haar daar al geen zorgen over moet maken.

De naam van een Italiaans kind is typisch is afhankelijk van tradities. Zo hangt de naam af van het geslacht van het kind en om het hoeveelste kind het gaat. De eerste jongen zal de naam krijgen van de grootvader langs vaders kant en de tweede zoon die van de andere grootvader. De eerste dochter wordt vernoemd naar de grootmoeder langs de kant van de papa en de tweede naar de andere grootmoeder.

In Italië steken ze de naam van de baby voor de geboorte niet onder stoelen of banken. Bij ons wordt de naam en ook het geslacht doorgaans beschouwd als een groot geheim. Italianen zien echter geen reden om er geheimzinnig over te doen.

Nog een laatste Italiaanse babytraditie: bij de geboorte, wordt de deur van hun huis versierd door een lichtblauw lint voor de jongens en een roze versie voor de meisjes. Daarbij zijn ze dus net zo cliché als wij.

4. Geen Sinterklaas, maar La Befana
In Italië is Sinterklaas niet zo populair als bij ons. De voorkeur gaat naar de kerstman of Babbo Natale en La Befana, een oude dame die in de nacht van 5 januari op haar bezemsteel snoepjes, cadeautjes en chocolade rondbrengt.

Eigenlijk is La Befana goed te vergelijken met Sinterklaas. Kinderen zetten een bord klaar met een mandarijntje, een glas wijn en een sinaasappel en hangen sokken aan de schoorsteen. Wie braaf is geweest, vindt de volgende ochtend cadeautjes in de sok. Wie stout was, krijgt as en kolen. Omdat kinderen elk jaar wel eens stout zijn, ligt er altijd een beetje as onder het bordje.

5. Praten met de handen 
Tot ongeveer 10 jaar geleden kregen Italianen geen Engels op school. Voor ons lijkt dit merkwaardig, omdat we van jongs af aan in contact komen met Engels als wereldtaal. De oudere generatie spreekt dan ook geen of slechts gebrekkig Engels. Ze kunnen zich echter wel goed uitdrukken met hun handen. Dit past dan weer bij het temperamentvolle kantje van het Italiaanse volkje. De hoger opgeleide jongeren spreken meestal vloeiend Engels.

In Italië voel je je in elk geval meteen thuis, want iedereen is er vriendelijk en open.

6. Elke zondag naar de kerk
In Italië is het geloof nog steeds heel belangrijk. Dit zou niet mogen verbazen, want de paus woont in Vaticaanstad, het centrum van de Katholieke Kerk. Italianen gaan nog wekelijks naar de kerk en vieren de katholieke feestdagen nog heel intens.

De tien geboden van het Italiaanse eten & drinken

Lekker, uitgebreid eten en goede wijn drinken samen met vrienden en familie, is eigen aan de Italiaanse levensstijl.

1. Ontbijten doe je niet al te uitgebreid
Italianen ontbijten niet zoals wij het elke ochtend doen. Ze gaan naar een bar om de hoek om een cappuccino te drinken en een croissant te eten. Onderweg naar het werk of iets later in de ochtend eten de Italianen soms een broodje om de honger te stillen.

2. Lunchen doe je op verplaatsing
In Italië wordt ’s middags doorgaans een warme, lichte maaltijd gegeten. Meestal  gebeurt dit buitenshuis. Het leuke aan Italië is dat de werkgevers vaak een vergoeding voor de lunch betalen. Een brooddoos is immers niet zo populair in dit land. Geen enkele Italiaan zal er een meenemen naar het werk. Lunchen in Italië doe je tussen 13 en 15 uur. De reden voor dit late uur is dat Italianen vaak langer werken, tot 19 of 20 uur.

3. Gelato als vieruurtje
Italianen kunnen hun honger gemakkelijk stillen met een overheerlijke gelato als vieruurtje. Italië staat erom bekend heel lekker ijs te hebben.

4. Italiaans aperitieven
In tegenstelling tot onze bierliefde, zijn Italianen zot van wijn. Als ze gaan aperitieven, zoeken ze barretjes, restaurantjes en terrasjes op om een verfrissend wijntje te drinken. Ook een glas Campari, een Aperol Spritz of een glas Prosecco lusten de Italianen wel. Bij hun aperitief krijgen ze vaak een hapje van het huis aangeboden.

5. Tijd nemen om te tafelen
In Italië neem je tijd om te dineren. Een Italiaans menu bestaat dan ook uit heel wat gangen. Je begint met Antipasto, daarna is het Primi Piatti en Secondi Piatti. Afsluiten doe je met Dolci & Caffè o Digestivo.

6. Antipasti
Antipasti zijn koude voorgerechten. Het doel van Antipasti is je eetlust opwekken tegen dat het echte werk komt. Er is een ruim gamma antipasti. Denk bijvoorbeeld aan parmaham en geroosterd brood, salades, mosselen en andere schelpdieren, vleeswaren en groenten ingelegd in azijn of olijfolie… Alles wat je je maar kan voorstellen als je aan Italiaanse voorgerechten denkt, is ter beschikking! 

7. Primi Piatti
I Primi zijn warme voorgerechten. Vaak zijn Primi Piatti iets met pasta. Bij ons wordt pasta gezien als een hoofdgerecht, maar in Italië is dat niet zo. Serveersters zullen je dan ook raar aankijken als je pasta toch als hoofdgerecht bestelt, al zijn ze dit meestal wel gewend van Belgische en Nederlandse toeristen.  Er zijn heel wat soorten pasta’s te verkrijgen afhankelijk van de streek in Italië en er zijn tal van bereidingswijzen. Eén ding is zeker: de Italianen maken werk van hun pasta’s! Ook kan je vis of vlees krijgen als Primi Piatto.

TIP: Eet je pasta niet met vork en lepel, maar draai hem enkel rond je vork zoals een echte Italiaan.

8. Secondi Piatti
Secondi Piatto is het hoofdgerecht van de Italianen. Wij denken natuurlijk meteen aan die overheerlijk Italiaanse pizza’s. In Italië kan je werkelijk de beste pizza’s eten en hebben ze heel veel keuze! Als hoofdgerecht kan je echter ook kiezen voor een gerecht van vis, vlees of gevogelte. Salades en andere bijgerechten zoals aardappelen en frieten moet je in Italië apart bestellen.

9. Dolci
Ook bij Dolci kan je voor twee gangen kiezen. Eerst ga je voor kaas en fruit. Als tweede nagerecht is er dan tiramisu, gelato of iets anders zoets.

10. Caffè o digestivo
De maaltijd wordt in stijl afgesloten en dit weer in twee keer. Eerst geniet je geniet van een koffie en daarna sluit je echt af met likeur zoals Amara, Limoncello, Sambuca of Grappa. Je maag kan namelijk wel wat hulp gebruiken met de spijsvertering van al die gangen!