De gemiddelde prijs voor 50 geboortekaartjes bedraagt € 114. En dat is zonder postzegels en enveloppen. Als je weet dat sommigen meer dan 100 geboortekaartjes bestellen snap je dat geboortekaartjes allesbehalve goedkoop zijn.
Toch zijn er wel degelijk manieren om te besparen op de geboortekaartjes. Ze zijn niet bijster ingewikkeld en zet wat je bespaart maar meteen op de pamperrekening, daar heeft je kindje later ook nog iets aan.
# 1. DIY-geboortekaartjes
Het probleem met printen in kleine oplagen is dat je vaak hoge opstartkosten moet betalen. Daarom is het soms interessanter om zelf geboortekaartjes te maken. Hiervoor heb je twee opties. Enerzijds kan je ze rechtstreeks uit je printer laten rollen. Hiervoor moet je altijd eerst even kijken welke papierdikte je printer aankan want een geboortekaartje print je natuurlijk niet op klassiek printpapier. Vanaf 120 gram/m² heb je al mooi stevig papier, maar de meeste drukkers drukken geboortekaartjes op 240 tot 350 gram/m² en dat kan niet elke printer aan. Printers die een lade hebben voor foto's gaan vaak tot een dikte van 280 gram/m² en daarop kan je al perfect mooie geboortekaartjes drukken.
Daarnaast kan je ook printen op glanspapier en het vervolgens zelf op dikker karton aanbrengen. Dan moet je natuurlijk net wat handiger zijn en bovendien vergt het toch wat meer moeite. In beide gevallen doe je er wel goed aan om het gebruik van kleur te beperken. Het is dan net zo handig om gewoon op gekleurd papier te printen. Vergeet niet om goedkope inktpatronen te kopen, bijvoorbeeld van een huismerk.
# 2. Verstuur je kaartjes niet naar iedereen
Heb je Facebook? Dan heb je meteen een goed platform om de geboorte aan te kondigen. Dit kan op een originele manier en je bereikt meteen een ruim publiek. Geboortekaartjes hoef je dan ook niet naar het hele dorp te verzenden. Je mag je gerust beperken tot je zijverwanten, bloedverwanten in opgaande en neergaande lijn, je beste vrienden en je werk. Een exemplaar voor op het werk volstaat, niet alle collega's hoeven een kaartje te krijgen.
# 3. Zelf kaartjes rondbrengen
Je bent al snel een fortuin kwijt aan postzegels, terwijl je waarschijnlijk perfect zelf een deel van de geboortekaartjes op de bus kan doen. Naar je neef die aan de andere kant van het land woont, verzend je wel nog gewoon even een geboortekaartje uiteraard. Maar in je eigen dorp kan je dat perfect zelf doen. En met wat je bespaart, kan je ook nog even binnenspringen in je stamcafé en er een kaartje achterlaten.
# 4. Let op het formaat van de geboortekaartjes
Vaak kan je niet anders dan toch enkele kaartjes posten. Koop of maak daarom geboortekaartjes die passen in een standaardenvelop want anders ben je al snel een extra postzegel kwijt. Bij bpost wil dat zeggen dat ze een rechthoekige vorm moeten hebben en minimaal 90 x 140 mm en maximaal 125 x 235 mm mogen meten. Een vierkant kaartje in een vierkante omslag lijkt misschien leuk, maar kost je het dubbele.