Wil je graag je tuin een update geven, maar vind je dit nogal aan de prijzige kant? Hier is de perfecte oplossing voor: stekken! Binnen enige tijd creëer je je eigen stekje. Leuk om te doen en nog eens voordelig ook. Benieuwd naar handige tips om je eigen planten te kweken? Duik dan in dit artikel. Voor je het weet schieten jouw zelfgekweekte bloeiers als paddenstoelen uit de grond.
Wat betekent planten stekken? Simpel gezegd betekent dit ‘planten vermeerderen’. Het fijne aan stekken is dat je een plant kunt klonen en niet naar de winkel hoeft om een nieuwe te kopen. Zo bespaar je heel wat centen. De een vindt stekken lastig, terwijl de ander er heel veel moeite mee heeft. Hoe dan ook, met wat voorkennis en de tips die we hier op een rijtje zetten, is de kans groot dat jouw stekjes slagen.
Wanneer welke plant stekken
Elke plant is anders en verdient een andere verzorging en behandeling. Bij stekken ligt dit echter bij de meeste planten gelijk. Zo kun je planten met jonge scheuten zolang het niet vriest het hele jaar door stekken. Het beste resultaat behaal je over het algemeen in de lente en zomer, omdat je dan minder risico loopt dat de jonge plantjes kapot gaan aan de kou. Heesters zijn een uitzondering op deze regel. Dat komt omdat hun dikkere takken beter tegen de kou kunnen. Heesters stek je daarom het best tussen december en maart.
Zou je graag fruitplanten en –bomen willen stekken? Hiervoor raadpleeg je het best even de ‘Fruit ABC-stekkalender’. Hierop zie je precies per fruitsoort wanneer het de beste maand is om ze te klonen.
Als je wilt gaan stekken, dan is het natuurlijk niet alleen handig als je weet wanneer je moet beginnen, maar ook HOE je moet beginnen. Daarom zet ik hieronder de stappen overzichtelijk voor je op een rijtje.
1. De voorbereiding
Er wordt wel eens gezegd dat een goede voorbereiding het halve werk is. Dat is ook zeker waar als het gaat om stekken. Zorg dat je vooraf bedenkt waarin je je plantjes wil laten groeien. Dat kan in een kweekkas. Haal bijvoorbeeld deze Nature Kweekbak set in huis. De kweekkas is gemaakt van flexibele kunststof met bijbehorende piepschuimbak met daarin twaalf vakjes. Piepschuim is handig bij stekken, omdat het de warmte goed vasthoudt. De kas heeft een transparante deksel en zorgt voor een uitstekende balans tussen temperatuur, vocht, lucht en licht Een slimme investering voor €15,95.
Plant je liever je stekjes in een bloempot of in een zelfgemaakte houten bak? Ook dat kan, maar zorg er wel voor dat het water te allen tijde weg kan. Maak bijvoorbeeld gaatjes in je bloempotjes.
Wat erg belangrijk is bij het kweken van stekjes, is dat je de juiste potgrond kiest. Je kunt namelijk niet zomaar elke potgrond gebruiken voor een succesvol stekverhaal. Schaf zaai- en stekgrond aan. Je kunt ook voor een kant-en-klare stektray gaan. Deze is zo samengesteld dat het een ideale groeiomgeving vormt voor een snelle beworteling van je stek.
2. De stek van de plant afhalen
Het belangrijkste bij het kiezen van een plant om te stekken is dat je een exemplaar kiest dat gezond is. Daarmee wordt bedoeld dat de plant niet ziek of rot is. Dit zorgt namelijk voor een ongezonde stek.
Een plant gekozen? Zoek naar jonge scheutjes en knip of snij ze af. Je stekje moet ongeveer twee tot drie centimeter lang zijn. Daarnaast verwijder je de blaadjes tot ongeveer een centimeter vanaf de steel. Heb je een grote plant? Dan mag het stekje ook wel wat groter zijn, maar onthoud wel: hoe kleiner het scheutje, hoe sneller deze over het algemeen aanslaat.
3. De stekjes planten
Als je de stekjes hebt dan is het tijd om ze te planten. Gebruik je een stektray, stop dan in elk vakje een stek. Geen stektray? Zet ze dan zelf zo’n vijf centimeter uit elkaar. Je zet ze uiteraard met de steel naar beneden, zodat ze daar een wortel kunnen vormen. Duw ongeveer 1/3e van je stekjes de grond in.
Vergeet de steeketiketten zeker niet als je verschillende planten stekt. Zo weet je precies welk plantje welke soort is.
4. Verzorging en verplanten
Zorg dat je je stektray op een lichte, maar beschutte plaats neerzet. Als je ze vol in de zon zet lopen ze het risico om uit te drogen en te verbranden. Zet je ze in de regen dan vergaan ze. Ze onder een afdak (bijvoorbeeld onder glas) plaatsen is daarom perfect.
Geef je planten regelmatig water, zo’n drie keer per week. Houd dit wel goed in de gaten. Merk je dat de grond aan het uitdrogen is? Giet wat water erbij. Is de grond heel nat? Geef dan zeker niet teveel water, want dan loop je de kans dat de stekjes gaan rotten.
Na zo’n vijf weken kijk je of er al een kluit aan het stekje is gaan zitten. Haal de stek voorzichtig uit de grond en kijk of er een sterke wortel aan zit. Als dit zo is pot je de planten om naar een grotere pot. Hiervoor hoef je geen stekgrond meer te gebruiken, potgrond of tuinaarde volstaat. Laat je stekken nog een aantal weken staan als ze nog geen wortels hebben.
Nu is het tijd om veel geduld te hebben! Wacht zo’n drie maanden en controleer daarna of de wortel ongeveer de hele pot in beslag neemt. Is dit het geval? Tijd om de stekken in de tuin te planten.
Voilà, nu heb je je eigen planten gekweekt. Geniet van je wondermooie tuin!